Vakantie met baby

Rationeel gezien moet men nergens heengaan met baby’s, tenzij naar huis. Een baby heeft enkel nood aan toegewijde ouders en eten. Maar vanaf de derde maand kan een baby het eigenlijk al aan op reis te gaan. Jouw baby ervaart het reizen dan niet als een onderbreking van zijn dagelijks ritme, wat het later echter wel zal doen. Geniet daarom ook deze tijd en ontdek het avontuur van reizen zodra je kind actiever en mobieler wordt. Toch moeten een paar puntjes goed voorbereid worden.

Zoek een kindvriendelijk hotel met kinderzwembad en verzorgingsruimte uit dat niet te ver uit de buurt ligt. Een autoreis van drie tot vier uren volstaat voor baby’s, een vliegreis is veel aangenamer. Bij reizen naar het buitenland heeft je baby ook een eigen reispas met foto nodig.

Vlieg je met je baby, voedt het kind dan bij het begin en bij de landing. Neem ook genoeg luiers en fopspenen mee en medicijnen als neusdruppels, pilletjes tegen buikpijn en zonnecrème. Baby’s moet men zoveel mogelijk uit de zon houden.

Wanneer je geen borstvoeding geeft, denk er dan aan melkpoeder mee te nemen. Een plastiek lepeltje als het kind al iets ouder is, is ook altijd goed om mee te nemen, net als een dekentje waar het kind dan even kan uitrusten in een park. Wanneer je kind in een kinderbedje slaapt, meld dit dan even bij het boeken van het hotel.

Verder is het raadzaam bijzondere uitrusting mee te nemen die het ontdekken van je vakantieoord aangenamer maken. Bij kleine baby’s kun je je met een maxicosi of een draagzak veel moeite besparen bij het in- en uitstijgen. Voor iets oudere baby’s die hun hoofd zelf al steunen kunnen, is een lichte kinderwagen leuk meegenomen. Die kan je makkelijk plooien en in het vliegtuig of in de autokoffer opbergen.